Nieuws

Reststromen als grondstof voor veevoer

foto reststromen

Nederland moet minder afhankelijk worden van de invoer van eiwitrijke producten, om de verduurzaming van de veehouderij te kunnen realiseren. Dit kan door meer reststromen te gebruiken voor de productie van veevoer. Het gebruik van slachtafval lijkt hierbij het meest kansrijk, maar dan zal er het een en ander aangepast moeten worden aan de wet- en regelgeving, dat concluderen onderzoekers van Wageningen University & Research.

Reststromen

Het onderzoeksrapport stelt dat het totale volume aan diervoedergrondstoffen in 2018 maar liefst 16,7 miljoen ton bedroeg. Die grondstoffen bestaan voor de helft uit basisgrondstoffen en uit co-producten en restproducten uit de levensmiddelenindustrie. Dit zijn vooral eiwitrijke producten. Daarnaast worden er nog mineralen, additieven, vetten en oliën gebruikt.

Slachtafval

Naast de veel ingezette co-producten zijn er ook andere mogelijke reststromen onderzocht. Denk hierbij aan slachtafval, groenbemesters, sloot en bermmaaisel, niet geconsumeerd voedsel en gewasresten. Het slachtafval is de meest kansrijke mogelijkheid om de import van eiwitrijke grondstoffen te beperken. Een andere interessante mogelijkheid is insectenkweek op afvalproducten of niet geconsumeerd voedsel.

De onderzoekers concluderen dat er wel een aantal potentiële reststromen zijn die je als grondstof voor veevoer kunt gebruiken, maar op dit moment zijn er geen ‘quick wins’.

Klik hier voor het rapport

Bron: © Groen Kennisnet

Symposium Preventie Microbiële Groei in Levensmiddelen

Op donderdag 12 december 2019 organiseert de Stichting Food Micro in Hotel De Biltsche Hoek in De Bilt een symposium over preventie van microbiële groei in levensmiddelen waarbij met name wordt ingegaan op challenge testen (een speerpunt van de NVWA, met name t.a.v. Listeria) en op nieuwe conserveermethoden.

Zoals altijd bieden onze Nederlandstalige symposia voldoende ruimte voor discussie en wordt daar in het programma rekening mee gehouden. De Stichting Food Micro streeft er met haar symposia naar de praktijk te behandelen. Wij zijn dan ook verheugd dat dr Heidy den Besten van Wageningen University de openingslezing wil verzorgen en sprekers uit het bedrijfsleven zijn bereid om inzicht te geven in de praktijk. Sprekers zijn o.a.:

  • Heidy den Besten (WUR, Wageningen)
    Preventie van microbiële groei in levensmiddelen – de toolbox van de levensmiddelentechnoloog.
  • Taco Wijtzes (WFC-Food Safety BV)
    Listeria beheersing in de industrie: Challengetest een middel of een doel?
  • Tom van den Brule (Westerdijk Institute & TIFN)
    Heterogeniteit van schimmels in relatie tot challenge testen.
  • Paulo de Boer (TNO Kwaliteit van Leven, Zeist)
    Ontwikkeling van natuurlijke antimicrobiële middelen van plantaardige oorsprong.
  • Joost de Mooij (Chr. Hansen, Houten)
    Bio-protectie: een natuurlijk concept voor Listeria monocytogenes control.
  • Frank Segers & Olav Sliekers (Corbion, Gorinchem)
    Natuurlijke organische zuren voor de beheersing van micro-organismen.
  • Gillian Herpers (NEN, Delft)
    Totstandkoming van normen voor microbiologie van de voedselketen.
  • Bert de Vegt (Micreos Food Safety, Wageningen)
    Bacteriofaag update – een natuurlijke horde om Listeria besmetting te voorkomen.
  • Paul Bruinenberg (Trouw Nutrition Nederland, Amersfoort)
    Ontwikkeling van preventieve oplossingen voor schimmelbederf in diervoeders.

Deelname-informatie
De deelnamekosten bedragen € 325,- p.p. . Het volledige programma is op onze website te vinden.

200 miljoen voor promotie agrifood

Foto agrifood

In 2020 zal de Europese Commissie een bedrag van 200,9 miljoen euro uittrekken voor de financiering van afzetbevorderingsactiviteiten binnen en buiten de Europese Unie voor landbouwproducten uit de lidstaten. 

Het nieuwe EU beleid is erop gericht de sector te helpen profiteren van de groeiende en steeds dynamischer wordende mondiale agrifood en te helpen om meer bekendheid te geven aan kwaliteitsregelingen, waaronder biologische producten. Ook is het de bedoeling producenten bijstand te bieden als zij geconfronteerd worden met marktverstoringen. 

Meer dan de helft van de middelen (118 miljoen euro) zal in 2020 worden besteed aan campagnes die gericht zijn op markten buiten de EU met een sterk groeipotentieel, zoals Canada, China, Japan, Korea, Mexico en de Verenigde Staten. De betrokken sectoren zijn kaas en andere zuivelproducten, tafelolijven en olijfolie en wijn. De bedoeling is dat de geselecteerde campagnes het concurrentievermogen en de consumptie van agroproducten van de EU vergroten, de zichtbaarheid verbeteren en het marktaandeel in de betrokken landen vergroten.

De campagnes zullen ook de consumenten in de EU en in de rest van de wereld moeten informeren over de verschillende EU-kwaliteitsregelingen en -labels, zoals geografische aanduidingen of biologische producten. De hoge veiligheids- en kwaliteitsnormen worden ook in de schijnwerper gezet, samen met de diversiteit en de traditionele aspecten van de agrifood producten van de EU.

Tot slot zal binnen de EU de nadruk liggen op gezonde voeding en op het vergroten, in het kader van evenwichtige voedingsgewoonten, van de consumptie van verse groenten en vers fruit.

Bron: © Europese Commissie

Verslag PAVO bijeenkomst: BRC8: hoe pak ik dat aan?

Foto BRC8

Vele bedrijven worstelen nog met de nieuwe BRC8: Hoe krijgen ze de nieuwe eisen voor onder andere managementcommitment, voedselveiligheidscultuur, root cause analyses en geautoriseerd personeel geïmplementeerd? Hoe gaat de auditor beoordelen? Is ons bedrijf wel voldoende voorbereid? 

De afkorting BRC staat niet langer staat voor the ‘British Retail Consortium’, maar voor Brand Reputation through Compliance’. In een interactieve Themabijeenkomst van Stichting PAVO kregen deelnemers inzicht, tips en handvatten hoe ze de nieuwe normaspecten in BRC in hun bedrijf kunnen implementeren. 

De bijeenkomst vond plaats bij Cloetta in Turnhout. Dit Zweedse zoetwaren- en notenbedrijf produceert onder andere snoep van de merken King, Red Band, Venco, Lonka, XyliFresh en Läkerol. In Nederland heeft de snoepfabrikant drie locaties. Saillant detail: tijdens de bijeenkomst vond er in Turnhout een onaangekondigde BRC audit plaats tegen de BRC8 standaard. De audit is met slechts enkele minor afwijkingen en dus een goed resultaat volbracht. Cloetta was goed voorbereid op BRC8! 

 Twan Haasen van de Stichting PAVO stipte enkele belangrijke wijzigingen binnen de BRC8 aan, waaronder de Klokkenluidersprocedure, Brononderzoek (rootcause analyses) en Werk met de juiste bevoegdheden. Een aantal veranderingen lichtte hij uitgebreider toe, waaronder het feit dat het in BRC8 verplicht is om een voedselveiligheidscultuur te implementeren. “Het management maakt een plan met vastgelegde activiteiten om de voedselveiligheids- en kwaliteitscultuur te ontwikkelen en verbeteren. Let wel, dit plan wordt pas beoordeeld op effectiviteit tijdens de 2e audit tegen BRC8. Dan bestaat het plan immers één jaar en moet het meetbaar zijn.” 

Een andere belangrijke wijziging betreft het punt dat de productieomgeving vrij moet zijn van pathogenen. “De productieomgeving mag geen besmetting van producten veroorzaken”, legt Twan uit. “Bent u kritisch genoeg naar uw omgevingsonderzoek? Voer een risico-analyse uit en maak aantoonbaar waarom u wel of niet iets vindt. Laat zien dat u de microbiologische omgevingsfactoren beheerst. Denk aan Listeria, Enterobacteriaceae, Salmonella en Cronobacter sakazakii (bij babyvoeding). Deel uw fabriek in zones in, waarbij het aantal monsters toeneemt zodra je dichter bij open product komt; zeker na een hittebehandeling en wanneer het een ready-to-eatproduct betreft.” Andere aandachtspunten die hij benoemde zijn: Voorkom kruisbesmetting van allergenen in uw product; Bescherm uw bedrijf; en Perslucht kan olie en vocht bevatten en wordt daarom gefilterd op de plek van gebruik (Norm 4.5.3). 

Verder moeten overkappingen van laad- en losplaatsen vrij zijn van vogelnesten (Norm 4.14.7) en is het essentieel dat de medewerkers getraind zijn in het herkennen van sporen van ongedierte (bijvoorbeeld uitwerpselen van verschillende type knaagdieren):  vertel hier dus iets over tijdens je hygiënetraining (Norm 4.14.12). “De ervaring leert dat met name op laatste genoemde opvallende wijzigingen ‘non conformities’ geschreven zijn”, besluit Twan, “en niet zozeer op het gebied van de voedselveiligheidscultuur en de klokkenluidersregeling”.

Werkwijze certificatie-instelling

Annelies van Oosterom van DNV GL, een van de grootste certificatie-instellingen wereldwijd, sprak over voedselveiligheidsthema’s, de auditmethode van DNV GL en natuurlijk over de nieuwe BRC8. “Binnen BRC8 zien wij drie opvallende wijzigingen. Dit zijn de voedselveiligheidscultuur, environmental monitoring en de wijzigingen op het gebied van het uitvoeren van interne audits”, vertelt Annelies. Ze vertelt de deelnemers hoe DNV GL hier tegenaan kijkt en hoe hiermee wordt omgegaan tijdens de audit. Ook legt ze uit dat audits altijd volgens hetzelfde patroon uitgevoerd worden. “Wij auditeren volgens een aantal regels: de accreditatie, de normorganisatie zelf, het interpretatiedocument, tussentijdse positioning statements, kalibratiemeetings en studiedagen. Als certificatie-instelling moeten wij aan deze regels voldoen. Onze auditoren worden meerdere malen per jaar ‘gekalibreerd’. Dit houdt in dat zij getraind worden op het uitvoeren van audits op een uniforme manier. Het is tenslotte van belang dat elke organisatie op dezelfde manier, met dezelfde interpretatie van de norm, geauditeerd wordt.”

In de praktijk

Ervaringen van anderen en voorbeelden uit de praktijk zijn illustratief en helpen ondernemers verder. Quality & Foodsafety manager bij Cloetta Turnhout, Patric Hennekes gaf met voorbeelden aan wat zij zoal hebben gedaan om aan de nieuwe BRC8- regels te voldoen. “Om aan de nieuwe klokkenluidersregeling te voldoen, zijn er meldingskaarten ingevoerd waarop iedereen anoniem meldingen kan doen. De meldingskaarten worden dagelijks behandeld in de 24-uur-meeting. Per 24 uur worden de meldingen ook opgelost. In het kader van de foodsafety-cultuur voeren we dagelijks kwaliteitsgesprekken met verschillende disciplines binnen de organisatie. Wekelijks en maandelijks evalueren we de zaken die in die gesprekken aan de orde kwamen. Bovendien organiseren we geregeld trainingen en ‘kantine-sessies’ om medewerkers vertrouwd te maken met de nieuwe standaard. Via een risk assessment programma controleren we onze toeleveranciers. Daar vinden ook regelmatig audits plaats.”

Bijzonder was de goede interactie binnen de groep deelnemers. Dat leverde levendige discussies op en bevorderde de kennisoverdracht. Tijdens de rondleiding door het bedrijf van kregen ze bovendien een mooie inkijk in de productietechnieken van het snoepgoed. Zichtbaar was dat er in de afgelopen jaren fors geïnvesteerd is in deze productieplant. De klimaatkasten zijn geüpgraded en er is een volledig nieuwe vorm gietlijn geplaatst. De komende tijd zal er verder geïnvesteerd gaan worden in nieuwe productielijnen. 

www.stichtingpavo.nl

Bron: © Cloetta en website Voedingsindustrie

Recycling verpakkingen opnieuw gestegen

recycling

 Uit onderzoek van het Afvalfonds Verpakkingen blijkt dat er in 2018 opnieuw een stijging van het percentage gerecyclede verpakkingen was. Er werd van de 3.120 kiloton, 2.478 kiloton gerecycled. Dit komt uit op een recyclepercentage van 79 procent! Nederland heeft hier mee de Nederlandse doelstelling van 70% ruim gehaald. En Nederland laat ook de EU-doestelling van 55% ver achter zich.

“Met het hoge recyclepercentage leveren verpakkingen een belangrijke bijdrage in de ontwikkeling naar een circulaire economie. Nederland behoort tot de Europese koplopers en de Nederlandse consument verdient dus een compliment,” aldus Cees de Mol van Otterloo, directeur van het Afvalfonds Verpakkingen. 

Bron: © Afvalfonds Verpakkingen