Vele bedrijven worstelen nog met de nieuwe BRC8: Hoe krijgen ze de nieuwe eisen voor onder andere managementcommitment, voedselveiligheidscultuur, root cause analyses en geautoriseerd personeel geïmplementeerd? Hoe gaat de auditor beoordelen? Is ons bedrijf wel voldoende voorbereid?
De afkorting BRC staat niet langer staat voor the ‘British Retail Consortium’, maar voor Brand Reputation through Compliance’. In een interactieve Themabijeenkomst van Stichting PAVO kregen deelnemers inzicht, tips en handvatten hoe ze de nieuwe normaspecten in BRC in hun bedrijf kunnen implementeren.
De bijeenkomst vond plaats bij Cloetta in Turnhout. Dit Zweedse zoetwaren- en notenbedrijf produceert onder andere snoep van de merken King, Red Band, Venco, Lonka, XyliFresh en Läkerol. In Nederland heeft de snoepfabrikant drie locaties. Saillant detail: tijdens de bijeenkomst vond er in Turnhout een onaangekondigde BRC audit plaats tegen de BRC8 standaard. De audit is met slechts enkele minor afwijkingen en dus een goed resultaat volbracht. Cloetta was goed voorbereid op BRC8!
Twan Haasen van de Stichting PAVO stipte enkele belangrijke wijzigingen binnen de BRC8 aan, waaronder de Klokkenluidersprocedure, Brononderzoek (rootcause analyses) en Werk met de juiste bevoegdheden. Een aantal veranderingen lichtte hij uitgebreider toe, waaronder het feit dat het in BRC8 verplicht is om een voedselveiligheidscultuur te implementeren. “Het management maakt een plan met vastgelegde activiteiten om de voedselveiligheids- en kwaliteitscultuur te ontwikkelen en verbeteren. Let wel, dit plan wordt pas beoordeeld op effectiviteit tijdens de 2e audit tegen BRC8. Dan bestaat het plan immers één jaar en moet het meetbaar zijn.”
Een andere belangrijke wijziging betreft het punt dat de productieomgeving vrij moet zijn van pathogenen. “De productieomgeving mag geen besmetting van producten veroorzaken”, legt Twan uit. “Bent u kritisch genoeg naar uw omgevingsonderzoek? Voer een risico-analyse uit en maak aantoonbaar waarom u wel of niet iets vindt. Laat zien dat u de microbiologische omgevingsfactoren beheerst. Denk aan Listeria, Enterobacteriaceae, Salmonella en Cronobacter sakazakii (bij babyvoeding). Deel uw fabriek in zones in, waarbij het aantal monsters toeneemt zodra je dichter bij open product komt; zeker na een hittebehandeling en wanneer het een ready-to-eatproduct betreft.” Andere aandachtspunten die hij benoemde zijn: Voorkom kruisbesmetting van allergenen in uw product; Bescherm uw bedrijf; en Perslucht kan olie en vocht bevatten en wordt daarom gefilterd op de plek van gebruik (Norm 4.5.3).
Verder moeten overkappingen van laad- en losplaatsen vrij zijn van vogelnesten (Norm 4.14.7) en is het essentieel dat de medewerkers getraind zijn in het herkennen van sporen van ongedierte (bijvoorbeeld uitwerpselen van verschillende type knaagdieren): vertel hier dus iets over tijdens je hygiënetraining (Norm 4.14.12). “De ervaring leert dat met name op laatste genoemde opvallende wijzigingen ‘non conformities’ geschreven zijn”, besluit Twan, “en niet zozeer op het gebied van de voedselveiligheidscultuur en de klokkenluidersregeling”.
Werkwijze certificatie-instelling
Annelies van Oosterom van DNV GL, een van de grootste certificatie-instellingen wereldwijd, sprak over voedselveiligheidsthema’s, de auditmethode van DNV GL en natuurlijk over de nieuwe BRC8. “Binnen BRC8 zien wij drie opvallende wijzigingen. Dit zijn de voedselveiligheidscultuur, environmental monitoring en de wijzigingen op het gebied van het uitvoeren van interne audits”, vertelt Annelies. Ze vertelt de deelnemers hoe DNV GL hier tegenaan kijkt en hoe hiermee wordt omgegaan tijdens de audit. Ook legt ze uit dat audits altijd volgens hetzelfde patroon uitgevoerd worden. “Wij auditeren volgens een aantal regels: de accreditatie, de normorganisatie zelf, het interpretatiedocument, tussentijdse positioning statements, kalibratiemeetings en studiedagen. Als certificatie-instelling moeten wij aan deze regels voldoen. Onze auditoren worden meerdere malen per jaar ‘gekalibreerd’. Dit houdt in dat zij getraind worden op het uitvoeren van audits op een uniforme manier. Het is tenslotte van belang dat elke organisatie op dezelfde manier, met dezelfde interpretatie van de norm, geauditeerd wordt.”
In de praktijk
Ervaringen van anderen en voorbeelden uit de praktijk zijn illustratief en helpen ondernemers verder. Quality & Foodsafety manager bij Cloetta Turnhout, Patric Hennekes gaf met voorbeelden aan wat zij zoal hebben gedaan om aan de nieuwe BRC8- regels te voldoen. “Om aan de nieuwe klokkenluidersregeling te voldoen, zijn er meldingskaarten ingevoerd waarop iedereen anoniem meldingen kan doen. De meldingskaarten worden dagelijks behandeld in de 24-uur-meeting. Per 24 uur worden de meldingen ook opgelost. In het kader van de foodsafety-cultuur voeren we dagelijks kwaliteitsgesprekken met verschillende disciplines binnen de organisatie. Wekelijks en maandelijks evalueren we de zaken die in die gesprekken aan de orde kwamen. Bovendien organiseren we geregeld trainingen en ‘kantine-sessies’ om medewerkers vertrouwd te maken met de nieuwe standaard. Via een risk assessment programma controleren we onze toeleveranciers. Daar vinden ook regelmatig audits plaats.”
Bijzonder was de goede interactie binnen de groep deelnemers. Dat leverde levendige discussies op en bevorderde de kennisoverdracht. Tijdens de rondleiding door het bedrijf van kregen ze bovendien een mooie inkijk in de productietechnieken van het snoepgoed. Zichtbaar was dat er in de afgelopen jaren fors geïnvesteerd is in deze productieplant. De klimaatkasten zijn geüpgraded en er is een volledig nieuwe vorm gietlijn geplaatst. De komende tijd zal er verder geïnvesteerd gaan worden in nieuwe productielijnen.
www.stichtingpavo.nl