Voedselleveranciers krijgen sterkere positie in de keten
Boeren, tuinders en vissers hebben een zwakkere onderhandelingspositie tegenover grote en geconcentreerde marktpartijen in de keten. Dit zorgt ervoor dat zij bijvoorbeeld makkelijk onder druk gezet kunnen worden om kortingen te accepteren. Dit belemmert het ondernemerschap van boeren en maakt het voor hen lastiger een eerlijke prijs te vragen voor het voedsel dat zij produceren. Om de positie van de boer in de voedselketen te versterken, is 20 november 2020 het Wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen van minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ingediend bij de Tweede Kamer.
Dit wetsvoorstel is onderdeel van het maatregelenpakket aangekondigd in het regeerakkoord om de positie van de boer in de keten te versterken. Het wetsvoorstel gaat zestien handelspraktijken verbieden waarmee boeren, tuinders, maar ook vissers en andere leveranciers van landbouw- en voedingsproducten (zoals vleesverwerkers, zuivelfabrieken en groothandelaren die leveren aan detailhandel) wel eens te maken hebben. Dit versterkt hun onderhandelingspositie ten opzichte van hun afnemers en maakt het makkelijker om oneerlijke handelspraktijken aan de kaak te stellen. Voorbeelden van de oneerlijke handelspraktijden die volgens het wetsvoorstel straks verboden zijn: het op korte termijn annuleren van levering van bederfelijke producten door de afnemer, het eenzijdig wijzigen van de leveringsvoorwaarden door de afnemer (zoals volume, kwaliteitsnormen of prijzen).
Voedselleveranciers kunnen straks oneerlijke handelspraktijden aan de kaak te stellen bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM), zij zorgt voor de handhaving van de nieuwe regels. Daarnaast biedt het wetsvoorstel de minister van LNV de mogelijkheid om een laagdrempelige geschillencommissie aan te wijzen. Daarvoor treft de minister nu de nodige voorbereidingen.
Met het wetsvoorstel geeft Nederland uitvoering aan de EU-richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen. De richtlijn moet uiterlijk 1 mei 2021 omgezet zijn in nationale wetgeving en die wetgeving moet uiterlijk 1 november 2021 in werking treden.
Bron: Ministerie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit