Nieuws

Voedingsindustrie laat kansen op forse energiebesparingen onbenut

Aerzen machine

Tachtig procent van het energieverbruik komt voor rekening van zakelijke verbruikers. Binnen de procesindustrie en daarmee ook de voedingsindustrie blijkt een enorme potentie aan energiebesparingen. Toch blijft de aandacht achter. De eerste 10% is gemakkelijk realiseerbaar, terwijl de investeringen snel zijn terugverdiend. Wat is de impact op de klimaatdoelstellingen? Hoe luidt de beste aanpak en waar liggen de kansen voor een energie-efficiënte fabriek?
Het huidige energieverbruik uit hernieuwbare bronnen als zon, wind en biomassa bedraagt circa 7% van het totaal. Dat is slechts een fractie van het verbruik in de industrie. De Klimaatwet 2018 stelt als doel een CO2-reductie van 95% in 2050.

 De uitstoot van broeikasgassen moet in 2030 gedaald zijn tot 49% van het niveau van 1990. Energie winnen uit hernieuwbare bronnen staat daarbij voorop. Maar de grootste bijdrage aan de doelen valt te behalen door energiebesparing binnen de procesindustrie, zo blijkt uit de gepubliceerde whitepaper ‘Hoe hoog staat u op de prestatieladder?’ van ir. Siert Wiersema, adjunct directeur Aerzen Nederland.

 De potentiële besparing is gigantisch. Hij wordt ondersteund door de beroepsvereniging van energieadviseurs FedEC: de procesindustrie kan 10 tot 30% energie besparen. Wiersema: “10% energiebesparing in de industrie is net zoveel als drie keer de huidige opwek uit hernieuwbare bronnen.            Maatschappelijke weerstand
Niet alleen de maatschappelijke weerstand tegen energiewinning uit fossiele brandstoffen neemt toe, maar ook die tegen hernieuwbare energiebronnen als windmolenparken. Zowel op land als in zee. Ook de aanleg van zonneparken stuit op steeds meer kritiek.

 Er is sprake van groeiend verzet als het gaat om de inname van landbouwgronden, kostbare natuur en bedreiging van weidevogels. In 2017 steeg het energieverbruik uit hernieuwbare bronnen met 10%. “Dit zijn goede initiatieven, maar de weerstand vertraagt de groei van dergelijke energiewinning. Het huidige aandeel van 7% gaat de komende jaren niet spectaculair stijgen. We moeten ons meer richten op de potentie binnen de industriële sector, te beginnen met het verminderen van het energieverbruik”, verklaart Wiersema.
Trias Energetica
TU Delft ontwikkelde de principes van Trias Energetica. Zij stelt dat de grootste winst uit het verminderen van de CO2-uitstoot niet komt uit hernieuwbare bronnen, maar vooral door het verlagen van energieverbruik. De meest duurzame energie is namelijk de energie die je niet gebruikt. De drie opeenvolgend uit te voeren stappen volgens de Trias Energetica zijn:
 
1.Gebruik zo min mogelijk energie.
2.Gebruik duurzame energie, zoals zonne-energie of windenergie.
3.Gebruik energie van bronnen die op kunnen raken (aardgas, kolen) zo slim mogelijk.


 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen staat steeds hoger op de managementagenda. De MVO prestatieladder heeft via ISO 26000 internationale erkenning gekregen. Bij bedrijven die meedoen aan convenanten is aandacht voor energiebesparing redelijk ingebed. Maar zeker bij de grote groep achterblijvers liggen volop besparingskansen.

 Volgens FedEC is 10% besparing op energie met redelijk eenvoudige oplossingen haalbaar, 30% is mogelijk als je dieper graaft in de productieprocessen en zoekt naar structurele oplossingen. De praktijk volgens de whitepaper? De besparing binnen de procesindustrie, verantwoordelijk voor 25% van het totale Nederlandse energieverbruik, stijgt jaarlijks met slechts een procent. Het dubbele is mogelijk.

 De impact op de klimaatdoelstellingen, onder meer 30% minder energieverbruik in 2020 ten opzichte van 2000, is zo aanzienlijk. Wiersema: “Het is leerzaam om ook naar de aanpak en kennis in andere landen te kijken. Zo zijn er in Duitsland goede richtlijnen voor energie-efficiëntie opgesteld. En met de 1.000 grootste energieverbruikers heeft de overheid meerjarenafspraken gemaakt.“ 

Analyse productieproces                                                                                                                                                                                         Energieverbruik staat nog onvoldoende op de agenda van de bedrijven. Ze laten zich nog teveel leiden door de laagste inkoopprijs van bijvoorbeeld een machine. Volgens FedEC moet de industrie structureel met het thema energieverbruik aan de slag.

 Wiersema: “Een goede analyse van het productieproces is in eerste instantie raadzaam. Neem bijvoorbeeld de aanschaf van een compressor. In tien jaar tijd vormt energie maar liefst 90% van de kosten, de investering slechts 7%. Als bijvoorbeeld een toerengeregelde compressor 20% minder energie verbruikt, kan het bedrijf veel euro’s aan stroomkosten besparen.”

Een analyse van het proces leidt er veelal toe dat productieprocessen beter zijn te integreren of restwarmte efficiënter benut kan worden. Ook een nieuw berekende diameter van leidingen, beperking lekverliezen, een optimale (frequentie) regeling en een drukverlaging kunnen de energierekening tonnen euro’s naar beneden brengen.

Bron: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland/VMT